‘Had ik maar een normale moeder, niet een coach.’ Hij gooit zijn fiets neer en trapt er boos tegenaan.
Vol geraakt
Ik word vol geraakt, voel de pijn in mijn hart. Pijn van afgewezen, niet goed genoeg. Meteen volgt mijn vechtreactie. Ik hoor de boosheid in mijn stem als ik zeg dat hij maar voor moet gaan, dat ik hem wel even met rust laat. Terwijl ik achter hem aan loop voel ik wat er gebeurt van binnen, welk deel geraakt wordt.
Ik adem diep in en uit en herstel mezelf. Ik besef dat dit niet over mij gaat en besluit te antwoorden in plaats van te reageren.
Zonder woorden
Rustig wacht ik af, zonder woorden, blijf ik.
‘Wil je me helpen’, vraagt hij even later. Hij geeft me een knuffel. Ik hou hem vast en voel dat de spanning zakt, dat hij rustiger wordt.
‘Er is iets gebeurt op school hè?’ ‘Ja’, zegt hij zacht. ‘Alle kinderen vragen waarom ik dit draag en ze blijven maar doorgaan. Waar hij eerder stoer zei dat hij zich er niks van aan zou trekken als kinderen er iets van zouden zeggen, dat het gewoon zijn smaak is, zie ik hoe hij zich nu het liefst wil verstoppen. Hoe verdrietig hij is.
‘Dat voelt vast niet fijn?’ Hij knikt, slaakt een diepe zucht en gaat verder met spelen.
Veiligheid
Wat ben ik trots op hem, op zijn eigenheid, hoe hij zijn pad durft te volgen, bang is en het toch doet. En wat ben ik blij met alles wat ik geleerd heb zodat ik mezelf en hem de veiligheid kan geven om te voelen wat er is.