‘Mama, ik ben blij dat jij mijn moeder bent’, zegt hij zachtjes terwijl hij tegen me aankruipt op het knusse, groene bankje bij Tuschinski, waar we genieten van de film Wicked.

Het zijn lichtpuntjes in de donkere dagen voor kerst. Kostbare momenten van echte verbinding die mijn hart openen en verwarmen.

Licht en donker wisselen elkaar in rap tempo af deze maand. Het is stil in mij, ik wil het liefst onder een deken kruipen en weer naar buiten komen als het nieuwe jaar begonnen is.

Op eieren lopen

In deze tijd van het jaar ben ik me nog meer dan anders bewust van wat ontbreekt. Ik herinner me hoe het was, vroeger aan tafel, waar de spanning te snijden was juist nu het gezellig moet zijn. Ik loop op eieren om er voor te zorgen dat de boel niet uit de hand loopt en we er zonder ruzie doorheen komen. Wat eigenlijk nooit lukte.

Allemaal waren we op onze eigen manier bezig om de boel te redden. Los van elkaar, eilandjes zonder verbinding, eenzaam, hunkerend naar liefde en contact.

Leegte

En ook al probeer ik de kerst sindsdien te ontvluchten, ik neem mezelf elke keer weer mee. Als er even geen verbinding is in mijn gezin word ik overvallen door een leegte, waar ik van schrik en het liefst van weg wil. Alles in mij wil vluchten. Het gevolg is dat ik mezelf terugtrek, uit verbinding ga met mezelf én de ander.

‘Wat zou liefde hier nu doen?’, vroeg mijn lieve vriendin toen ik het even zwaar had.

Naar de leegte toe, de eenzaamheid, de kou. Blijven. Voelen hoe rauw de rouw is en mezelf verwarmen zodat ik verbinding kan maken én de lichtpuntjes weer kan zien.

Want hoe donker het ook is, van binnen en van buiten, lichtpuntjes zijn er. Altijd.