‘Als je jezelf isoleert als je overweldigd bent, moest je als kind waarschijnlijk veel van je problemen alleen oplossen.’
Op de vlucht
Deze zin raakt me diep. Omdat ik het zo ken dat ik als meisje vluchtte: naar mijn kamer, naar de magische wereld van mijn fantasie of naar buiten. Als het maar weg was, weg van thuis.
Ook nu ben ik soms op de vlucht. Omdat wat er thuis gebeurt, in mijn relatie en gezin me zo kan raken. Zo kan overweldigen dat er even geen nu meer bestaat en ik weer het meisje ben van toen. Het enige wat ik dan nog kan is uithalen, heel hard wegrennen, mijn hart sluiten en opgeven. Uit alle macht probeer ik mezelf te beschermen om de ‘oude’ pijn niet te voelen.
Wat me ooit geholpen heeft om me staande te houden wordt meteen geactiveerd: ‘ik doe het wel alleen, ik heb niemand nodig.’
Gepantserde hart
Terwijl ik diep van binnen maar één ding wil en dat is verbinding, met mezelf en de ander. Vanuit dit besef lukt het beter om mezelf te kalmeren en de weg terug te vinden. En heel eerlijk dit is een uitdaging, elke keer opnieuw. Een reis van struikelen en weer opstaan, (h)erkennen van wat was en voelen wat er te voelen is zodat ik mijn gepantserde hart weer kan openen.