Mag ik ruimte innemen, geef ik niet te veel ruimte weg? Ben ik niet te veel? Is er een veilige plek voor mij? Wat nu als ik val, wie vangt me dan?
De laatste weken komt het thema ruimte, plek innemen regelmatig terug in mijn relaties en werk.
Diepe wond
Het brengt me bij een diepe wond. Een wond die ik kan verzorgen door mijn tranen toe te laten en mezelf te koesteren. Tranen die me bij mezelf brengen, waar ik kan voelen dat er altijd een plek is in mij waar ik veilig ben.
Een plek waar ik kan terugkeren als ik het even niet meer weet, een plek van (h)erkenning en geborgenheid, een plek van samen en niet alleen.
Experimenteren
En vanuit verbinding met deze plek kan ik een andere beweging maken.
Waar ik het zo ken om vooral geen ruimte in te nemen als het onveilig is lukt het me nu om dapper te experimenteren met ruimte innemen en niet te veel ruimte weg te geven.
Gezin van herkomst
De plek en dynamiek in je gezin van herkomst hebben invloed op hoeveel ruimte je nu inneemt in relaties.
Misschien was het vroeger veilig om op de achtergrond te blijven en niet te veel ruimte in te nemen omdat er al veel speelde tussen je ouders of in het gezin. Of misschien kon je niet meer ruimte innemen omdat jullie met velen waren, of omdat je de jongste was. Of nam je juist veel ruimte in door grapjes te maken en duidelijk aanwezig te zijn zodat de de aandacht naar jou ging in plaats van naar de dynamiek in het gezin.
Als je te weinig ruimte hebt ingenomen is er grote kans dat je dit blijft doen. Wat ook kan is dat je nu juist het tekort van vroeger compenseert door extra veel ruimte ‘op te eisen’.
Illustratie: Yuval Robichek