“Wat wil je vandaag inbrengen?” Het blijft stil, vragend kijkt ze me aan. Ik geef haar de tijd om te komen met haar vraag.

Stilte

In stilte zitten we tegenover elkaar. Ik zie dat ze hard aan het werk is. “Kun je misschien wat ondertiteling geven?” vraag ik. Het blijft stil.

Ik doe nog een poging. “Klopt het dat je het ook hier goed moet doen en hard aan het werk bent?” Dat valt wel mee,” zegt ze lachend. Daarna is het weer stil.

Niet bereikbaar

Terwijl ik de stilte probeer te verduren neemt mijn ongemak toe. Ik ga steeds harder werken om haar te bereiken. De twijfel slaat toe, doe ik het wel goed?

Ik word vol geraakt in mijn eigen stuk. Wat ken ik dit goed in het contact met mijn moeder: het niet bereikbaar zijn en tasten in het duister.

Eenzaamheid

De eenzaamheid en het gevoel dat het vast aan mij ligt en ik iets niet goed doe. En dan nog meer mijn best gaan doen. Vanuit het contact met het eenzame, bange meisje in mijzelf word ik rustiger. Een nieuwe vraag dient zich aan. “Hoe gaat het nu met je?” Ik zie dat ze ontspant en voorzichtig doorbreekt ze de stilte.